Handige tips voor het aanleggen van buitenverlichting

Buitenverlichting zelf aanleggen

Tuinverlichting is handig in het donker en zorgt voor extra sfeer in de tuin. Maar waar moet je op letten als doe het zelver bij het aanleggen van tuinverlichting? Dit artikel geeft jou, als klusjesman, een aantal tips waar je op moet letten om zelf veilig en goed de tuinverlichting aan te leggen.

Het lichtplan

Voor goede tuinverlichting is het noodzakelijk om eerst goed na te denken welke delen van de tuin je wilt verlichten en hoe. Wil je bijvoorbeeld lantarens, wandlampen of lampjes verwerkt in je tegels. Dit is belangrijk om te bepalen waar de stroom naar toe moet worden aangelegd. Ook weet je hierdoor waar je geulen moet graven voor de kabels. Het is verstandig dit plan te bewaren, zodat je later precies weet waar de kabels in de tuin liggen.

Het type stroomvoorziening

Het is niet altijd nodig om tuinverlichting op 230 volt aan te sluiten. Veel tuinverlichting werkt ook op 12 volt. Dit is veiliger en werkt energiebesparend. Om 12 volt verlichting aan te sluiten op het stroomnet van 230 volt is een transformator nodig. Deze transformator wordt geplaats tussen het stopcontact in de schuur en de lampen. Zorg dat de transformator buiten wordt geplaatst op een spatwatervrije plaats, bijvoorbeeld onder een afdak tegen de muur. Zorg dat het aantal watt van de aangesloten lampen niet hoger is dan het vermogen van de transformator.

Het aanleggen

Zoals je als klusjesman wellicht zult weten, moeten de materialen die gebruikt worden waterbestendig zijn, geaard worden en uiteraard goed worden aangesloten. De diepte van de kabels in grond is afhankelijk van de hoeveelheid volt door de kabel. Leg kabels waar 230 volt doorheen gaat op tenminste 40- 50 centimeter diepte in de tuin. Hierdoor voorkom je dat kinderen of huisdieren in de buurt van de kabels kunnen komen. Voor laagspanningskabels (12 volt) is een diepte van circa 20 – 30 centimeter voldoende.

Het aansluiten

Vaak kan de stroom voor de tuinverlichting worden aangesloten op de stroomvoorziening in de schuur. Anders kan de stroom vanuit binnen worden aangelegd. In beide geval kan het beste een gat worden geboord van buiten naar binnen, schuin naar boven en op circa 40 centimeter van de grond. Zo komt er geen water naar binnen door het gat. Voor extra bescherming kunnen de kabels ook in een pvc buis worden gelegd. Wil je materiaal wat tegen stof en water kan? Maak dan gebruik van materiaal met minimaal een IP-certificering van IP44.

Deze tips zullen jou als doe het zelver helpen om jouw eigen tuinverlichting veilig aan te leggen.

Het aanleggen

Omdat het stroomvoorziening voor buiten betreft, moeten de materialen die gebruikt worden waterbestendig zijn, geaard worden en uiteraard goed worden aangesloten. De diepte van de kabels in grond is afhankelijk van de hoeveelheid volt door de kabel. Leg kabels waar 230 volt doorheen gaat op tenminste 40- 50 centimeter diepte in de tuin. Hierdoor voorkom je dat kinderen of huisdieren in de buurt van de kabels kunnen komen. Voor laagspanningskabels (12 volt) is een diepte van circa 20 – 30 centimeter voldoende.

Het aansluiten

Vaak kan de stroom voor de tuinverlichting worden aangesloten op de stroomvoorziening in de schuur. Anders kan de stroom vanuit binnen worden aangelegd. In beide geval kan het beste een gat worden geboord van buiten naar binnen, schuin naar boven en op circa 40 centimeter van de grond. Zo komt er geen water naar binnen door het gat. Voor extra bescherming kunnen de kabels ook in een pvc buis worden gelegd. Wil je materiaal wat tegen stof en water kan? Maak dan gebruik van materiaal met minimaal een IP-certificering van IP44.

Deze tips zullen je helpen om jouw eigen tuinverlichting veilig aan te leggen.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *